Verblijfsregelingen kinderen – voorbeelden
Hieronder enkele mogelijke verblijfsregelingen voor kinderen. Het eerste deel betreft ongelijke verblijfsregelingen, waar de kinderen meer bij den ene ouder zijn dan bij de andere. Het tweede deel is een reeks verblijfsregelingen als bilocatie. Dus waar het verblijf bij beide ouders even lang is op wekelijkse of tweewekelijkse basis.
Je kan ook verblijfsregelingen maken op langere termijn. Er is geen vaste regel. Het enige wat telt is dat beide ouders, en vooral de kinderen zich hierin moeten goed voelen. Vooral bij jonge kinderen dient de verblijfsregeling, vooral in het begin geëvalueerd te worden.
Veel ouders stellen de eis dat de kinderen evenveel moeten verblijven bij elke ouder. Dit is echt geen noodzaak. Regelmatig contact met beide ouders is wel een noodzaak. En de regeling moet ook mogelijk zijn voor beide ouders. Lees ook mijn artikel over verblijfsregeling jonge kinderen als het over jonge kinderen gaat. De tijdsbeleving voor jonge kinderen is anders dan de tijdsbeleving voor volwassenen.
Het is misschien nuttig van hier ook te vermelden dat een gelijk verblijf bij beide ouders niet betekend dat er voor de VGK (verblijfsgebonden kosten) geen alimentatie moet betaald worden. Dat is alleen het geval als beide ouders exact hetzelfde inkomen hebben. Ouders zijn immers verplicht te betalen voor hun kinderen in verhouding van hun inkomen tegenover het totale gezinsinkomen. Lees hiervoor ook het artikel co-ouderschap en alimentatie.
Gesprekken met de kinderen
In aparte gesprekken met kinderen komt dikwijls naar voor dat de kinderen langere of kortere verblijven wensen. Dikwijls wensen ze zelfs een ongelijk verblijf. Vooral in de middelbare school wensen ze dikwijls een andere regeling tijdens de examenperiodes. Ze kunnen soms zich bij de ene ouder beter concentreren dan bij de andere. Heel dikwijls durven ze dat niet te vragen uit vrees van één van hun ouders daarmee pijn te doen. Het is belangrijk dat de kinderen hier met de bemiddelaar apart over kunnen spreken. De bemiddelaar is immers meerzijdig partijdig.
Ook belangrijk is het te weten, dat uit veel empirisch onderzoek blijkt dat de kinderen beter evolueren in emoties, algemeen gedrag, psychisch welzijn, als ze een goede relatie hebben met beide ouders. Zelfs als de mate van conflict tussen de ouders heel hoog is. Hou hier rekening mee tijdens het bespreken en opstellen van de verblijfsregeling.
Empirisch onderzoek
Er is al veel empirisch onderzoek gedaan met jonge kinderen van gescheiden ouders. Het lang afwezig contact met één ouder wil niet noodzakelijk zeggen dat dit slecht is voor een kind. Het alom stellende probleem van dit soort onderzoeken is de meting geen exacte wetenschap is. Belangrijk is, vooral bij jonge kinderen, de kinderen te observeren. Zijn er angsten, of nachtmerries? Dan is er iets mis. Maar weerom, dat ligt niet noodzakelijk aan de verblijfsregeling.
Je kan dus niet zomaar voor honderd procent aannemen dat jonge kinderen een frequentere wissel nodig hebben. Empirisch onderzoek op dat punt is geen exacte wetenschap. Er zijn binnen de groep te veel verschillen. Ook de verschillen bij de ouders hebben een invloed. Ook de omgeving speelt hierin mee.
Maar het zijn niet alleen de kinderen die een ouder moeten missen. Telkens is er een ouder die de kinderen moet missen als die bij de andere ouder verblijven. Als ouder straal je dat ook uit, de kinderen merken dat, en ze zullen uiteraard loyaliteit vertonen. En die wisselwerking is er steeds, als de ouders zich goed voelen zullen de kinderen zich ook beter voelen.
Als je twijfelt of de kinderen zich goed voelen, ga dan een gesprek aan met de andere ouder. Vertel ook vanuit je eigen gevoelens.
Wat als de kinderen vertellen dat ze niet graag naar de andere ouder willen
Wat doe je als je kinderen vertellen dat ze niet graag naar papa of mama gaan? Begin misschien al eens van een gesprek hierover aan te gaan met je ex. Wees ook duidelijk tegen de kinderen, dat papa en mama daar samen over zullen spreken. Als er bij de andere ouder niets aan de hand is, maak de kinderen dan duidelijk dat je hierover samen hebt gesproken.
Bij twijfel kan je ook, liefst samen, advies vragen aan de school. Merken de leerkrachten iets aan de kinderen dat afhankelijk is van het afwisselend verblijf? Indien ja, dan moet er iets bijgestuurd te worden. Spreek met de kinderen, maar let op voor hun loyaliteit. Kinderen zullen meestal vertellen wat ze denken dat je graag hoort. Ze willen je immers ook steunen.
Schakel een familiaal bemiddelaar in als je iets vermoed. De familiale bemiddelaar is gewoon van te praten met kinderen. En indien nodig kan hij tips geven, hoe daarmee om te gaan. Als hij niet kan helpen zal hij je doorverwijzen naar een kinderpsycholoog of kindertherapeut.
Ongelijke verblijfsregelingen
Dit zijn enkele ongelijke verblijfsregelingen. Regelingen waar het aantal overnachtingen bij de ouders niet gelijk verdeeld zijn. In veel gevallen kan dat niet anders. Niet iedere ouder heeft dezelfde mogelijkheden om zijn kinderen dezelfde verblijfsduur te geven. Wat verder staan eer een aantal voorbeelden van bilocatie (gelijke verblijfsregelingen – of zoals in de volksmond: verblijfs-co-ouderschap).
Een weekeinde op twee
12 + 2
Deze regeling voorziet in 12 dagen scheiding van één van de ouders. Onderzoek over scheidingskinderen geeft aan dat dit voor veel kinderen te lang is. Vooral voor kinderen van minder dan 12 jaar.
In deze regeling neemt het belang van één van de ouders af voor de kinderen. Er zijn immers slechts beperkte mogelijkheden om betrokken te zijn in de dagelijkse activiteiten voor de school, huiswerk en lessen.
Bovendien heeft de andere ouder een zeer grote verantwoordelijkheid in de opvoeding van de kinderen en kan die zich vaak overbelast voelen.
Toch kan het verschil in betrokkenheid de voorkeur hebben van sommige ouders. Omwille van verschillen in betrokkenheid, de tijd die zij aan hun kinderen kunnen of willen besteden, of hun opvoedingsmogelijkheden.
Een weekend op twee tot maandagochtend
11 + 3
Deze regeling voorziet in 11 dagen scheiding met één ouder. Tegenover de vorige regeling heeft deze het voordeel dat de wissel steeds op school kan gebeuren. Zo wordt er eventuele conflicten tussen de ouders vermeden in het bijzijn van de kinderen.
Een halve week op twee
9 + 5
Het halen en brengen aan de school zorgt ervoor dat de kinderen tijdens de schoolweken nooit aan de deur van een ouder conflicten tussen hun ouders moeten meemaken.
De ene ouder wordt ontlast van ongeveer een kwart van zijn verantwoordelijkheid voor huiswerk en voor het klaarmaken voor school en het er naartoe brengen.
Het kind moet in deze regelingen 9 dagen één van zijn ouders missen. Daarom worden deze regelingen goed verdragen door de meeste kinderen van meer dan 9 jaar.
Het is belangrijk voor de harmonische ontwikkeling van de kinderen, dat beide ouders de mogelijkheid hebben van normale opvoedende activiteiten uit te voeren, zoals eten, spelen, troosten, het ritueel bij het slapen gaan, op weekdagen en niet alleen in de weekenden. Dat is trouwens het criterium voor verblijfs-co-ouderschap. De 9 / 5 regeling kan dus reeds als een vorm
van verblijfs-co-ouderschap beschouwd worden.
Een halve week op twee met woensdagnamiddag
9 + 5
Het voordeel van deze regeling tegenover de voorgaande, is dat de vrije tijd van de kinderen volledig verdeeld is over beide ouders. Iedere ouder heeft immers de kinderen evenveel weekends en evenveel woensdagnamiddagen.
Eén volledig weekeinde op twee en een dag in het midden van de week
Dit is eigenlijk een onderbroken 9 / 5: 6 + 1 + 1 + 3 + 2 + 1
Deze regeling wordt door de meeste kinderen goed genoeg verdragen vanaf de leeftijd van ongeveer 6 jaar.
Het halen en brengen aan de school of de dagopvang zorgen ervoor dat de kinderen – tijdens de schoolweken – nooit meer aan de deur van een ouder conflicten tussen hun ouders moeten meemaken.
De eerste ouder wordt ontlast van ongeveer een kwart van zijn verantwoordelijkheid voor huiswerk en voor het klaarmaken voor school en het er naartoe brengen.
Bilocatie
Hieronder staan er een aantal mogelijke verblijfsregelingen met een gelijk verdeeld verblijf bij beide ouders (bilocatie).
Eén volledig weekeinde op twee en elke week een vaste halve week
5 + 5 + 2 + 2
In deze regeling wordt de scheiding tussen de kinderen en een ouder beperkt tot maximum vijf dagen. Dit wordt meestal goed verdragen door kinderen vanaf vijf jaar.
De kinderen verblijven maandag en dinsdag steeds bij dezelfde ouder. Ze verblijven dan bij de andere ouder steeds op woensdag en donderdag. De weekends zijn afwisselend bij de ene en bij de andere ouder. Er is dus een vast schema in de week. Vooral voor kinderen met ASS, of met een zekere neiging daartoe is dit een goed schema omdat het een vaste gewoonte wordt. Dit schema is ook aan te raden voor jonge kinderen door de vaste gewoonte. Jonge kinderen kunnen zich immers beter ontwikkelen als zij bij beide ouders overnachten. Dit blijkt uit verschillende wetenschappelijke onderzoeken.
Het is een volledige bilocatie. De kinderen verblijven evenveel bij de ene en de andere ouder en er zijn evenveel overnachtingen. Beide ouders hebben dus de mogelijkheid zowel school als weekenddagen te verwerken. Beiden zijn evenveel betrokken zowel in het spel als bij het huiswerk van hun kinderen.
Alle overgangen vinden plaats op de school. Zo zijn er geen risico’s dat de kinderen conflicten tussen de ouders moeten meemaken.
Eén volledig weekeinde op twee en elke week een wisselende halve week
3 + 2 + 2 + 3 + 2 + 2
De scheiding tussen de kinderen en één ouder wordt hier beperkt tot maximum drie dagen. Dat is dus in het belang van kinderen vanaf drie jaar.
Alle overgangen kunnen op school of dagopvang plaatsvinden. Zo vermijdt men de risico’s op conflicten tussen de ouders, in het bijzijn van de kinderen.
In deze regeling hebben beide ouders evenveel schooldagen als weekeinddagen te verwerken. Beiden zijn dus volledig betrokken bij zowel het huiswerk als het spel van hun kinderen. Deze regeling ontheft hen ook regelmatig van hun ouderlijke verantwoordelijkheden en zorgtaken waardoor overbelasting van een ouder vermeden wordt.
Dag om dag tijdens de schoolweek
3 + 1 + 1 + 1 + 1 + 3 + 1 + 1 + 1 + 1
Bij deze regeling moeten de kinderen elk van hun ouders nog minder lang missen. Daardoor is dit schema al geschikt vanaf de peuterleeftijd.
De kinderen die de weekdagen nog niet kennen, kunnen wel onthouden dat zij na de school naar de andere ouder gaan.
Behalve tijdens het weekend zien ze allebei hun ouders iedere dag. Ze moeten ook slechts voor één dag schoolgerief en kleding meenemen. In deze regeling zijn er nooit conflicten aan de deur van hun ouders.
Beide ouders hebben om de week hetzelfde schema met evenveel dagen met en zonder kinderlast. Zowel de weekends als de woensdagnamiddag zijn afwisselend voor de ene, dan wel voor de andere ouder.
Dag om dag, ook tijdens de weekeinden
1 + 1 + 1 + 1 + 1 + 1 + 1
Elke dag zal de ene ouder de kinderen naar de dagopvang of school brengen, waar de andere ouder ze nadien zal afhalen.
Geschikt voor zeer jonge kinderen. Zij zien elk van hun ouders elke dag, en moeten dus ook maar voor 1 dag kleding of schoolgerief meenemen. Dit is bijzonder makkelijk en maakt het onnodig bij beide ouders een eigen kleerkast te hebben.
De kinderen moeten nooit conflicten aan de deur van een ouder meemaken.
Beide ouders hebben om de week juist hetzelfde schema, en even veel dagen met of zonder kinderlast.
Elke dag een vast dagdeel
Deze regeling is het best te verteren door baby’s. Baby’s hebben immers vaste rituelen nodig om de wereld te leren kennen. Daardoor is het meestal aangewezen dat één van de ouders de verzorgingsrituelen op zich neemt en de ander ouder steeds dezelfde activiteiten doet gedurende enkele uren per dag.
Dat kan verschillende dingen omvatten, zoals spelen, wandelen, eten geven, een badje. Dat kan zelfs in de woning van de andere ouder gebeuren. Voorwaarde hiervoor is dat er geen hoge mate van conflict mag zijn tussen beide ouders. Als de relatie te conflictueus is kan dit niet gebeuren en is het beter dat de wissel op een neutrale plaats gebeurt. Dat kan bij onthaalmoeder, opvang, grootouders.
Zelfs voor schoolgaande kinderen kan dit een goede regeling zijn. Zo kunnen de kinderen hun huiswerk maken en lessen leren bij de ouder die het meest geschikt is om daarbij te helpen. Eten en slapen kan bij de andere ouder. Zo hoeft één van de ouders ook geen kinderslaapkamer te hebben.
Door het subjectieve tijdsbesef van baby’s zijn meestal veelvuldige contacten van korte duur op een vaste verblijfplaats de meest geschikte verblijfsregeling.
Het hechtingsproces begint rond de leeftijd van 6 maanden. Daarom is het nodig, zeker vanaf die leeftijd regelmatige contacten te hebben met allebei de ouders. Niet alleen met de ouders maar ook met andere liefdevolle verzorgers.
Hoe meer hechtingsfiguren een kind heeft, des te minder angst het heeft als er één hechtingsfiguur wegvalt. Kinderen kunnen namelijk gaan vrezen dat als de liefde tussen hun ouders een einde neemt, dat de liefde naar de kinderen toe ook zal ophouden te bestaan.
Als er nog maar één hechtingsfiguur is, dan kan die angst leiden toe het oudervervreemdingssyndroom.
Week om week
7 + 7
In de week om week regeling zijn de kinderen telkens gescheiden van één ouder gedurende 7 opeenvolgende dagen. Vaak is dit erg moeilijk voor kinderen van minder dan 6 of 7 jaar. Het is een van de meest toegepaste verblijfsregelingen.
Vermits de wissel op school gebeurt vermijdt men dat de kinderen conflicten moeten meemaken tussen de ouders. Deze regeling laat beide ouders en voldoende ontwikkelde kinderen toe, om gewoon te raken aan een wekelijkse routine. De cyclische huisvesting van de kinderen kan echter het beheer van de voorziene lessen, de buitenschoolse activiteiten en de regeling van dagopvang bemoeilijken.
Het wisselen van huishouden kan natuurlijk op iedere dag van de week gebeuren, doch het is aan te raden van dit op de laatste schooldag van de week te doen. Dit laat de kinderen toe om even te ontspannen na de overgang. Als dit bijvoorbeeld op een maandag zou gebeuren is er naast de overgang meteen een aanpassing gaan de strakke regels van de school. Dat vergt dus voor de kinderen een bijkomende aanpassing.
De belasting voor beide ouders is gelijk. Allebei moeten evenveel voor de kinderen en voor de schoolroutine zorgen. Verder hebben ze allebei evenveel tijd zonder kinderlast om zich met hun werk, studies, hobby’s of nieuwe partner te kunnen bezighouden.
Bij deze regeling rijst wel de vraag of de kinderen bij beide ouders kledij moeten hebben, samen met al het andere wat ze nodig hebben om hun leven goed te laten verlopen. Een bijkomende vraag is wat zij moeten meenemen van de ene ouder naar de andere. Uiteraard speelt dit minder naarmate de kinderen ouder worden. Verder is dit ook afhankelijk van de afstand tussen de beide woonplaatsen.
Week / week regeling met onderbreking
5 + 1 + 1 + 5 + 1 + 1
Hier zijn alle dagen, en ook de woensdagnamiddagen en de weekends afgewisseld bij de ene dan wel bij de andere ouder.
Week om week met wissel op woensdag
7 + 7
Dit laat de kinderen net zoals bij een wissel op vrijdag, ook toe van even te ontspannen bij de overgang. Een van de meest gebruikte verblijfsregelingen is een week om week regeling. Deze is een alternatief ervoor.
Een voordeel van deze regeling tegenover de regeling met de wissel op vrijdag, is de overgang naar de korte schoolvakanties. De laatste dag van deze vakanties is steeds op vrijdag, en de eerste schooldag na deze vakanties is steeds een maandag. Veel ouders kiezen voor een verblijf van de volledige vakantie voor krokus en herfstvakantie, en een verblijf van een volledige week in de kerst en paasvakantie. Door de wissel in het schooljaar op een woensdag te doen zijn de kinderen nooit aansluitend vlak voor of na een vakantie twee weken lang bij dezelfde ouder.
Besluit
Alle verblijfsregelingen hebben hun voor- en nadelen. Overleg goed, spreek over de voor- en nadelen. Een regeling hoeft niet definitief te zijn. Verblijfsregelingen kunnen ook gevat worden in een proefperiode. Na enkele maanden kunnen ze dan geëvalueerd worden.